Luid en duidelijk klonk het protest, ook in Nederland, deze zomer: Black lives matter. Een kreet als een opgestoken vuist. Een dwingende roep om aandacht, want de verhalen die schuilgaan achter die woorden, worden nog altijd te weinig gehoord.
Hoe complex die verhalen zijn, laat de Zuid-Afrikaanse schrijver en theatermaker Koleka Putuma zien. Haar poëziedebuut, Collective Amnesia, veroorzaakte in 2017 zoveel als een storm in haar land. Er kwam herdruk op herdruk en onlangs verscheen bij het Vlaamse PoëzieCentrum een Nederlandse vertaling: Collectief geheugenverlies. Die bundel blies ook mij omver.
Putuma werd geboren in 1993. Herinneringen aan de tijd van de apartheid heeft ze niet, maar het verleden werkt door in de samenleving en in haar persoonlijk leven. Daarvan doet ze scherp verslag en dat levert een bundel op waarin tegenstellingen een hoofdrol spelen: zwart en wit, traditie en moderne tijd, zwijgen en praten, man en vrouw, homo en hetero, begrippen d…Lees verder
Luid en duidelijk klonk het protest, ook in Nederland, deze zomer: Black lives matter. Een kreet als een opgestoken vuist. Een dwingende roep om aandacht, want de verhalen die schuilgaan achter die woorden, worden nog altijd te weinig gehoord.
Hoe complex die verhalen zijn, laat de Zuid-Afrikaanse schrijver en theatermaker Koleka Putuma zien. Haar poëziedebuut, Collective Amnesia, veroorzaakte in 2017 zoveel als een storm in haar land. Er kwam herdruk op herdruk en onlangs verscheen bij het Vlaamse PoëzieCentrum een Nederlandse vertaling: Collectief geheugenverlies. Die bundel blies ook mij omver.
Putuma werd geboren in 1993. Herinneringen aan de tijd van de apartheid heeft ze niet, maar het verleden werkt door in de samenleving en in haar persoonlijk leven. Daarvan doet ze scherp verslag en dat levert een bundel op waarin tegenstellingen een hoofdrol spelen: zwart en wit, traditie en moderne tijd, zwijgen en praten, man en vrouw, homo en hetero, begrippen die staan voor zoveel meer dan iets als een oppervlakkig ogende voorkeur van nieuw boven tweedehands. Want, zo toont Putuma in een gedicht dat begint als jeugdherinnering, op de eerste schooldag na de vakantie moest alles weliswaar nieuw zijn, van sneakers tot potloden, maar: 'Nieuw was synoniem voor rijkdom ook als het niet waar was'. Schooluniformen op de groei, schoenen waarvoor leningen aangegaan moesten worden, het staat voor de 'tweedehands' plek van veel zwarten in de samenleving: 'Het systeem houdt ons in barakken, vechtend met het van dag-tot-dag syndroom'.
Putuma's werk is een aanklacht tegen de oude kolonisator, die ze een spiegel in het gezicht duwt als ze schrijft over Oudjaarsavond aan het strand (een beladen plek waar zwarten tijdens de apartheid niet mochten komen). Maar het gaat ook over afstand doen van tradities, het doorbreken van patronen. Haar taal maakt een krachtige vuist voor de vrouw, voor de lesbische vrouw die in haar land haar leven niet zeker is.
Dit is een belangrijke bundel, die de wereld achter het protestbord toont. Black Queer Lives Matter. En natuurlijk zijn die levens - voor wie luistert - niet alleen ellende. Dat wil Putuma evengoed gezegd hebben. 'Ik schrijf ook liefdesgedichten.'
Vert. Ludo Abicht. PoëzieCentrum; 110 blz., € 20,00.
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie.
Zwarte blijdschap
We kregen slaag voor elkaars zonden,
slaag in lettergrepen en met het woord van God.
Vóór het donker betekende op tijd thuis.
De matras van mijn oma
kende de ochtendadem
van elk van mijn
broers en zussen,
neven en nichten
en de kinderen van de buur
bij naam.
Eén enkele matras op de vloer was genoeg voor ons allen.
Boterhammen werden gesmeerd met iRama
en opgerold als worsten;
we aten ze met zwarte rooibos, we vroegen geen kaas.
We waren voldaan.
Mijn neven, nichten en ik zaten rond een grote kom umngqusho,
ieder met zijn eigen lepel.
Suikerwater rondde de maaltijd af.
We waren thuis en heel.
Maar
is het niet grappig?
Dat, wanneer ze ons over onze zwarte kindertijd vragen,
onze pijn het enige is wat hen interesseert,
alsof de blije momenten toevallig waren.
Ik schrijf ook liefdesgedichten,
maar
jullie willen alleen maar mijn in protest opengesperde mond zien,
alsof mijn mond een wonde was
met etter en gangreen
als plezier.
Verberg tekst